Enkele Gouden Dukaat 2023

Tweede deel van de serie ‘De Nederlandse handelsgeschiedenis’
Belangrijke handelsmunt uit de Gouden Eeuw met een rijke geschiedenis!
Ontdek de handel in kaneel in het midden van de 17^e eeuw
Alleen te bestellen in mei, daarna gegarandeerd uitverkocht
Geslagen in de allerhoogste kwaliteit Proof
Zeer populaire uitgifte, mis hem niet!

Uitgebreide omschrijving en specificaties

€ 335,⁰⁰

Dit artikel is uitverkocht

Zet op wensenlijst

Beschrijving

Ontdek de nieuwste uitgifte in onze serie ‘De Nederlandse handelsgeschiedenis’
Ieder jaar slaat de Koninklijke Nederlandse Munt de Gouden Dukaten, naar originelen uit de 16^e en 18^e eeuw, in opdracht van het Ministerie van Financiën. In 2022 is een nieuwe serie gestart, waarin we voortborduren op ‘De Nederlandse handelsgeschiedenis’. Tot 2025 lichten we elk jaar een ander handelsgoed uit, die ten tijde van de Gouden Dukaat een belangrijke rol heeft gespeeld in de Nederlandse handelsgeschiedenis. We gaan in 2023 verder met de handel in kaneel.

Reis mee met de VOC: controle over de handel in kaneel
Vandaag de dag koopt u gemakkelijk een potje kaneel in de supermarkt, zonder hier bij stil te staan. Dit ging heel wat eeuwen geleden een stuk moeilijker. Rond het jaar 1600 was er maar één gebied waar kaneel werd geproduceerd: Ceylon, wat we vandaag de dag kennen als Sri Lanka. Slechts één productiegebied met heel veel liefhebbers wereldwijd: dat betekende zware concurrentie binnen de overzeese handel. Kaneel werd dan ook een van de specerijen waar de VOC zijn zinnen op had gezet. Met behulp van inheemse bevolking werden de Portugezen in het midden van de 17^e eeuw uit Ceylon verjaagd. Zo had de VOC jarenlang de gehele kaneelhandel in handen.

Kaneel is al eeuwenlang een geliefde specerij, niet alleen voor bakken, maar ook voor koken. Vanouds werd kaneel ook gebruikt als middel tegen verkoudheid, moeilijke spijsvertering en zelfs een slechte adem. Niet voor niets dat de VOC alles op alles zette om het monopolie te krijgen op deze handel.

Het ontwerp
Deze vertrouwde internationale handelsmunt verschijnt met een historische beeltenis: een ridder in harnas en pijlen, naar ontwerp van graveur Johan Willem Marmé. Marmé was stempelsnijder van de provinciale en stedelijke Munt van Utrecht van 1763 tot 1795. Op de voorzijde leest u het Latijnse opschrift Concordia Res Parvae Crescunt: ‘Eendracht maakt kleine zaken groot’, ook wel vertaald als ‘Eendracht maakt macht’. De keerzijde toont de Latijnse tekst Mo. Aur. Reg. Belgii Ad Legem Imperii: ‘Gouden munt van het Koninkrijk der Nederlanden volgens de wet van het Keizerrijk’.