Over Gouden Dukaten
Sinds 4 augustus 1586 staat de Gouden Dukaat in de Nederlandse Muntwet in de hoedanigheid van handelsmunt. De Gouden Dukaat is oorspronkelijk afkomstig uit de Republiek Venetië en werd later ook in Nederland geslagen. De Gouden Dukaat is altijd een sterke munt geweest; eeuwenlang waren deze munten een belangrijk betaalmiddel in het internationale handelsverkeer. Ze hadden een goede reputatie vanwege hun betrouwbare gewicht en gehalte. In Scandinavië, Polen en Rusland werden ze graag aangenomen en ook in de handel met Azië werd veelvuldig gebruik gemaakt van de Gouden Dukaat. De Nederlandse Gouden Dukaat groeide daardoor uit tot één van de belangrijkste handelsmunten ter wereld. De Koninklijke Nederlandse Munt slaat elk jaar Dubbele en Enkele Gouden Dukaten in opdracht van het ministerie van Financiën om de herinnering aan ons rijke handelsverleden levend te houden. Bekijk onze video en kom meer te weten over de geschiedenis van de Gouden Dukaat als handelsmunt (de tekst gaat door onder deze video).
De geschiedenis van de Gouden Dukaat
Het muntontwerp
De rijk versierde Gouden Dukaat is al bijna 400 jaar onveranderd, met uitzondering van kleine aanpassingen in de sublieme details. Zo kwamen er in de loop der eeuwen kleine veranderingen in de uitrusting van de ridder en in de aan ‘mode’ onderhevige versieringen op de achterzijde. De keerzijde van de Gouden Dukaat toont altijd de Latijnse tekst Mo. Aur. Reg. Belgii Ad Legem Imperii: ‘Gouden munt van het Koninkrijk der Nederlanden volgens de wet van het Keizerrijk’. Het motto op de voorzijde, Concordia Res Parvae Crescunt, is Latijn voor ‘Eendracht maakt kleine zaken groot’, maar wordt vaker vertaald naar het rijmende ‘Eendracht maakt macht’ en is ook terug te lezen bij de Zilveren Dukaten.
De voorzijde van de Gouden Dukaat is versierd met zeer fraaie (blad)versiering; een acanthusmotief en schelpen zijn dan ook het terugkerende elementen op de Gouden Dukaten in de huidige serie. Tot en met 2021 verkennen we aan de hand van de windrichtingen vier internationale handelsroutes waar de Gouden Dukaat een belangrijke rol speelde. De versiering op de voorzijde vertoont daarom ieder jaar een kleine verandering: op voorgaande Gouden Dukaten waren de korenhalmen in het Noorden, het VOC-schip in het Oosten en de goudstaaf van het Zuiden te zien. In 2021 wordt de serie afgesloten met het Westen en komt de Gouden Dukaat thuis. Het sierlijke teken dat te zien is in de westelijke hoek van de Gouden Dukaat is afkomstig van het Plakkaat van 4 augustus 1586, waarin de eerste tekening van de Nederlandse Gouden Dukaat is opgenomen. Een plakkaat was een groot vel papier die destijds op een centrale plek in de stad werd gehangen om nieuwe wetten bekend te maken aan het volk. Zowel deze affiches als de kleine boekjes met nieuwe verordeningen noemen we plakkaten.
Nieuwe ridder naar ontwerp van Johan Willem Marmé
De voorzijde van de Gouden Dukaat toont behalve de versieringen en het opschrift ook altijd een ridder met een zwaard en pijlenbundel. In 2018 verscheen er na 32 jaar een nieuwe ridder op de Gouden Dukaat. Net zoals in het verleden zijn er enkele kleine veranderingen aangebracht naar het ontwerp van Johan Willem Marmé. Marmé was van 1763 tot 1795 stempelsnijder van de provinciale en stedelijke Munt van Utrecht. Zijn ontwerp wordt gekenmerkt door nauwkeurig geplaatste, gedetailleerde knoopjes op de uitrusting van de ridder.
De knoopjes hebben een belangrijke functie: het tegengaan en herkennen van imitaties en vervalsingen. Imitaties en vervalsingen van Nederlandse Gouden Dukaten komt men namelijk over de hele wereld tegen. In Rusland en Duitsland werd destijds zelfs door de overheid opdracht gegeven tot het imiteren van deze Nederlandse handelsmunt. De munt was in Rusland zo populair dat tot 1868 in Sint-Petersburg miljoenen exemplaren zijn geslagen die zich in niets onderscheidden van de in Utrecht geslagen munten.
In de tijd van Marmé werden alle muntstempels met de hand vervaardigd; het was daarom belangrijk dat alle stempels er précies hetzelfde uitzagen zodat alle munten van één soort gelijk bleven. Een vaste hand en een duidelijke omschrijving van de stempel waren hiervoor noodzakelijk. Uit de adminstratie van Marmé blijkt dat hij het aantal knoopjes op het pak van de ridder minitieus bijhield. Waarschijnlijk was deze gedetailleerde omschrijving niet alleen een manier om de stempel te kunnen namaken als deze aan vervanging toe was, maar ook bedoeld om Gouden Dukaten op echtheid te kunnen controleren.
Kapers en piraten
De Gouden Dukaat lag niet alleen ten prooi aan aan imitaties en vervalsingen, ook kapers en piraten hadden hun zinnen gezet op de muntstukken die in grote getalen aanwezig waren op VOC-schepen om de handel in Azië mee te bekostigen. Hoewel er vanuit Europa grote interesse was in Aziatische goederen was dit andersom niet het geval. Om alsnog te kunnen handelen waren er daarom kistenvol muntstukken aanwezig op handelsschepen.
Hoewel ‘piraat’ en ‘kaper’ tegenwoordig bijna synoniem zijn, was dat in de Gouden Eeuw zeker niet zo. Anders dan piraterij was kaapvaart in de Gouden Eeuw een legale onderneming die werd uitgevoerd met expliciete toestemming van de overheid. De kapers stonden in ruil voor deze toestemming een deel van de buit af aan de overheid. Piraten hadden deze toestemming niet en vielen daarom, in tegenstelling tot kapers, zelfs schepen uit eigen land aan. Geld was belangrijker dan de herkomst daarvan. Er gaan zelfs verhalen dat bijna iedere zilveren of gouden handelsmunt, waaronder de Gouden Dukaat, ooit wel eens in piratenhanden gevallen is.