Om u zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maken wij gebruik van cookies. Door uw bezoek aan deze website gaat u hiermee akkoord.
0
Inhoud winkelmandje
Totaal: 
Bestellen

Piraterij in de Gouden Eeuw

De 17e eeuw staat in de Nederlandse geschiedenis ook wel bekend als de Gouden Eeuw. De Koninklijke Nederlandse Munt duikt met u in de geschiedenis en onderzoekt de rol van handel met muntgeld en de (soms) gevaarlijke omstandigheden waarin deze plaatsvond.

De Gouden Eeuw en… piraten
Piraterij bestaat al zo lang als de scheepvaart zelf. Na de ontdekking van Amerika in 1492 en de bijbehorende rijkdommen die uit de nieuwe gebieden werd gehaald, verplaatste het zwaartepunt van de piraterij zich naar het Caraïbisch gebied. De piraten zoals wij die kennen uit de bekende filmreeks Pirates of the Caribbean zijn dan ook zeker niet verzonnen. Hoewel geromantiseerd, berusten veel van piratenverhalen, personages en legendes, inclusief het piratengoud, (gedeeltelijk) op de waarheid. Rond 1650 nam piraterij verder toe, simpelweg omdat de welvaart steeds groter werd en er op (handels)schepen meer te halen viel. De ‘Gouden eeuw van de piraterij’ loopt grofweg van 1650 tot aan 1726.

Kaper of piraat?
Hoewel er nu weinig betekenisverschil is tussen beide, was dit er wel degelijk in de Gouden Eeuw. Kaapvaart was onderdeel van oorlogsvoering en werd daarom uitgevoerd met toestemming van de overheid. Een kaperkapitein kreeg deze toestemming in de vorm van een zogenaamde ‘kaperbrief’ en mocht hiermee schepen aanvallen van vijandige landen. Een (groot) deel van de buit moest de kaper echter afstaan aan het land dat hem die toestemming had verleend. De kaperbrief zorgde ervoor dat de bemanning van het schip in het land van uitgifte niet werd vervolgd. Viel het schip in vijandige handen, dan liep het vaak nog steeds niet goed af…

Piraten roofden en plunderden zonder enige vorm van toestemming. Het kwam dan ook regelmatig voor dat piraten een schip uit eigen land aanvielen. De bekende zwarte piratenvlag met een doodshoofd en twee gekruiste botten, ook wel bekend als de ‘Jolly Roger’, is zeker echt gebruikt, maar was niet altijd zichtbaar in de vlaggenmast. In principe had ieder schip een eigen vlag, maar werd er vaak gevaren met veel verschillende en/of valse vlaggen zodat piraten vanaf een afstand niet direct herkenbaar waren als zodanig! Zo konden ze het doelwit benaderen zonder al te veel argwaan te wekken. Pas als de andere boot niet meer kon ontsnappen, werd de echte piratenvlag gehesen.

Nederlandse piraten en kapers
Hoewel piraterij gedijde in het Caraïbisch gebied vond Nederland in de Gouden Eeuw ook dicht bij huis piraten en kapers. Nederlandse schepen ondervonden bijvoorbeeld last van overvallen bij de kust van het Franse Duinkerken. De ‘Duinkerkse kapers’ brachten tussen 1627 en 1635 ongeveer 423 Nederlandse handels- en vissersschepen tot zinken, en veroverden er 1606. Daarnaast moesten schepen bedacht zijn op kaapvaart vanuit Spanje, waarmee Nederland een groot deel van de Gouden Eeuw in oorlog verkeerde.

Zelf maakte Nederland zich ook schuldig aan kaapvaart en piraterij: in 1628 veroverde Piet Hein namens de WIC (de West Indische Compagnie) de Spaanse zilvervloot, waarmee de jaarlijkse winst uit goud- en zilvermijnen van Zuid-Amerika naar Spanje gebracht zou worden. Zulke successen op zee waren niet alleen goed voor de financiën, maar ook goed voor de moraal van de Nederlanders in de oorlog tegen de Spanjaarden. Kaapvaart was daarmee een essentieel onderdeel van oorlogsvoering, maar ook onmisbaar voor het financiële gewin van een land. 

Munten uit de Gouden Eeuw