In 1992 werd met het Verdrag van Maastricht door twaalf EU-landen besloten tot de invoering van een gezamenlijke munteenheid: de euro. Inmiddels hebben zich vijf nieuwe landen bij de Eurozone aangesloten. Vanaf 1 juli 2013 mag het dwergstaatje Andorra ook haar eigen euromunten slaan.
De geschiedenis van de gulden begint al in de dertiende eeuw in Italië. De stad Florence introduceert in 1252 als eerste een nieuwe gouden munt, de fiorino d'oro, genoemd naar de lelie uit het stadswapen. In het Nederlands vertaald: gulden (gouden) florijn. De Florentijnse munt vindt al snel navolging in vele Europese landen. In eerste instantie wordt de munt exact nagemaakt. Later verschijnen ook andere varianten.
Op 1 januari 2002 werd de gulden vervangen door de euro. In het distributiecentrum van De Nederlandsche Bank (DNB) in Lelystad (het ‘Dagobert-Duckpakhuis’) kwamen in die periode zakken vol met guldenmunten binnen. In totaal zijn er zo’n drie miljard guldenmunten retour gekomen.
De webwinkel van de Koninklijke Nederlandse Munt is aangevuld met een ruime hoeveelheid Romeinse munten. De jaartallen van het aanbod lopen uiteen van 138 v.Chr. tot circa 400 n.Chr. en elke munt heeft zijn eigen verhaal. Uit zowel de vroege als de latere perioden zijn bijzondere exemplaren beschikbaar.